Het goed Ten Torre heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot het jaar 1353. Onder meer Koning Frans I van Frankrijk, Keizer Karel V, burgemeesters van Brugge en verschillende baronnen behoren tot het lijstje van voormalige eigenaars.
In opdracht van baron Hector le Bailly de Tilleghem werd in 1843 op de fundamenten van het vroeger jachtpaviljoen het huidig kasteel Ten Torre gebouwd.
In 1895 werd het kasteel door de toenmalige eigenaar, Joseph de Meester de Ravenstein, grondig herbouwd naar ontwerp van Stefaan Mortier en verkreeg het zijn huidig neogotisch uitzicht. Tijdens de Eerste Wereldoorlog verlieten de familie de Meester de Ravenstein het kasteel en sloegen op de vlucht naar Nederland. Duitse officieren namen hun intrek in het kasteel.
In 1919 komt Ten Torre door erfenis in handen van Adrien de Schietere de Lophem, schoonzoon van Joseph de Meester. Tijdens de Tweede wereldoorlog wordt het kasteel opnieuw ingenomen door de Duitse Wehrmacht. De hele oorlog door werd een wachtpost gestationeerd in de toren van het kasteel.
Na het overlijden van José de Schietere de Lophem, een telg van de laatste adellijke familie die het kasteel bewoonde, wordt Ten Torre in 1996 verkocht aan Pierre Caron. In 2004 komt Ten Torre in handen de familie Vincke die het kasteel laat renoveren.
Bij de zoektocht naar een nieuwe invulling in 2019 ontstond al snel het idee voor een herbestemming als vakantiewoning. Na een totale herinrichting is dit imposant waterkasteel omgetoverd tot een sprookjesachtig vakantieverblijf.